Groeien in een verschillend tempo

Khaki Campbell

Allemaal even oud, maar toch niet even groot

Voor Development leg ik de groei en ontwikkeling van verschillende diersoorten vast. Maar wil dat nu zeggen dat alle dieren van die soort precies zo groeien? Hierop kan ik een heel duidelijk antwoord geven, namelijk ‘nee’. Het gaat om de ontwikkeling van één bepaald individu onder bepaalde omstandigheden, want net als wij mensen groeien ook dieren niet allemaal even snel.

Verschillende factoren

Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op de groeisnelheid. Een belangrijke factor is temperatuur. Bijvoorbeeld vissen en amfibieën van dezelfde soort groeien sneller bij een hogere temperatuur. Een andere factor is de beschikbare hoeveelheid voedsel en/of de kwaliteit hiervan. Door teveel voedselconcurrentie kunnen zwakkere diertjes bijvoorbeeld achter blijven bij hun broertjes en zusjes en eiwitrijke voeding kan groei versnellen. Snelle groei is overigens zeker niet altijd goed. Van vissen die op een te hoge temperatuur gehouden worden en daarom snel gegroeid zijn, is gebleken dat dit hun levensduur ernstig kan verkorten. Datzelfde geldt voor bijvoorbeeld extreem grote hondenrassen. Bij kuikens in de veehouderij die extreem snel moeten groeien voor de vleesproductie, ontstaan vaak allerlei gezondheidsklachten omdat hun lichaam hier niet op gebouwd is.

Dezelfde omgeving, toch andere groei

Ook al zijn de omstandigheden waarin dieren oproeien gelijk, dan noch kunnen er individuele verschillen zijn. Dat bleek heel duidelijk bij de serie, die ik deze week heb kunnen afronden van de Campbell eenden. Als er meerdere dieren bijna tegelijkertijd geboren worden, fotografeer ik ze vaak allemaal, zodat ik de beste serie kan uitkiezen. Zo ook bij de eendjes. Bij de tweede fotosessie begon al op te vallen dat één diertje wat kleiner was. Naarmate de serie vorderde bleef dit verschil duidelijk zichtbaar. Het beperkte zich niet alleen tot het formaat; ook in de ontwikkeling werden verschillen zichtbaar. Eendjes worden geboren met een soort dons en krijgen pas na een paar weken hun eerste veren. De grootste eend had na 4 weken al het belangrijkste deel van zijn verenkleed. Bij de andere twee was toen nog niet of nauwelijks iets zichtbaar. Een week later had ook nr. 2 al flink wat veren en bij de langzaamste groeier duurde dat nog een week langer. Deze had na 7 weken nog steeds geen volledig verenkleed, terwijl zijn of haar grote (waarschijnlijk) broer dat al bijna 2 weken had. Bij de andere series waarbij ik meerdere dieren gefotografeerd heb, waren nauwelijks verschillen te zien en daarom heb ik er uiteindelijk één uitgekozen. Bij de eendjes waren de verschillen dusdanig groot, dat ik besloten heb om ze allemaal in het project op te nemen.

Wel waardevol

Maar heeft het dan wel zin om een project als Development te maken? In mijn ogen is het antwoord daarop zeker ‘ja’. Ten eerste blijft het fotografie en is het geen wetenschap. Het doel is om groei in beeld te brengen, maar ik verbind hier geen conclusies aan. Dat is niet mijn taak als fotograaf, dat mogen wetenschappers doen. Ik leg de feiten vast zoals ik die gezien heb. De foto’s zijn waarheidsgetrouw en niet gemanipuleerd. Daarom geven ze nog steeds een goed beeld van de groei van een bepaalde soort. En juist door, zoals ik nu met de eendjes gedaan heb, in sommige gevallen ook meerdere series naast elkaar te zetten, kan ik laten zien dat er verschillen zijn, want ook dat is een belangrijk aspect van groei en ontwikkeling.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *