Rupsen verzorgen is nog helemaal niet zo makkelijk
Hoera, de serie van het Groot koolwitje is klaar!! Het was erg interessant om deze soort te volgen, maar ik ben stiekem wel een beetje blij dat ik klaar ben. Rupsen verzorgen en fotograferen is namelijk best veel werk.
Makkelijk begin
Het pakket dat ik van de Vlinderstichting gekregen heb, bestond uit vijf poppen, een stuk of twintig rupsen en twee ‘trosjes’ eitjes. De poppen waren erg gemakkelijk om te verzorgen; ik hoefde alleen maar te wachten tot ze uit zouden komen, waarna ik ze, zodra het weer wat beter was, als vlinders buiten kon loslaten. De twintig rupsen waren al te oud om te fotograferen, dus die hoefde ik alleen maar te verzorgen totdat ze begonnen te verpoppen. Met dit aantal was dat prima te doen en alle rupsen hebben dan ook het poppenstadium bereikt.
Vaak fotograferen
Het werd lastiger toen de eitjes uitkwamen. Dit was de groep die ik zou gaan fotograferen. Omdat ik niet precies wist hoe lang de metamorfose zou duren, heb ik besloten om voor de zekerheid drie series te maken; om de twee, drie en vier dagen. Dat betekende soms elke dag fotograferen, waarbij je van te voren al weet dat je veel foto’s helemaal niet zult gebruiken.
Ook de verzorging van zestig rupsen is niet altijd even makkelijk. In het begin zijn ze nog klein, maar al snel gaan ze erg veel eten. Ik moest vaak meerdere keren per dag nieuwe koolblaadjes voeren. En wat erin gaat, komt er ook weer uit, dus hun verblijf schoonmaken werd al snel een dagelijks karweitje.
Verblijf schoonmaken
Maar hoe verschoon je een verblijf met zestig rupsen erin? Gelukkig had ik meerdere grote faunaboxen, dus het gemakkelijkste was om in een tweede box keukenpapier en een vers koolblad te leggen en dan de rupsen één voor één naar de nieuwe box te verhuizen. Maar natuurlijk willen zij daar niet altijd soepel aan meewerken. Soms was ik een rups kwijt, die ik dan later op een hele andere plek tegenkwam, omdat ik niet gezien had dat hij uit de box gekropen was. Andere rupsen hadden geen zin om zich te laten ‘vangen’ en sputterden flink tegen. Je wilt zo’n tere diertjes natuurlijk niet beschadigen, dus uiteindelijk was het het makkelijkste om ze met een kwastje op een stuk koolblad te zetten en ze daarmee naar de schone box te transporteren. Het duurde hierdoor soms wel meer dan een half uur, voordat iedereen in een schoon verblijf zat. Wat dat betreft ben ik nu wel even blij dat deze serie klaar is, maar vlinders en rupsen blijven zeer bijzondere dieren, dus als ik de mogelijkheid krijg om nog een andere vlinderserie te maken, zal ik die zeker benutten.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!